Vertaling van het originele artikel wat in Engels geschreven was.
Het idee van een universeel basisinkomen is populair aan het worden aan beide kanten van het politieke spectrum. Vooral in de Verenigde staten is er een discussie aan de gang welke wordt gevoed door voorlopers van de innovatie zoals Elon Musk en Mark Zuckerberg. Het primaire concept is dat elke burgen een onvoorwaardelijke maandelijkse toelage krijgt die hoger ligt dan de armoedegrens. De toelage krijg je bovenop een eventueel salaris wat je verdient van een baan. Omdat een basisinkomen op landelijk niveau moet worden toegepast is het grootste tegenargument is dat het onbetaalbaar is om in te voeren.
Door heftige discussies tussen links en rechts lijkt een daadwerkelijke implementatie van het basisinkomen ver weg. Het linkse kamp ziet het basisinkomen als een kans om de inkomensverschillen te verkleinen door een hogere belasting op bedrijven en de rijken in te voeren. Het rechtse kamp vind dit natuurlijk geen goed idee en hoopt het basisinkomen te betalen door het uitkeringsstelsel, het minimumloon en de overheid kleiner te maken. Deze discussies kapen de focus weg van de fundamentele concepten van het basisinkomen wat niet helpt bij het maken van een realistisch plan welke op korte termijn geïmplementeerd kan worden.
De waarheid is dat we niet heel veel hoeven te veranderen in de huidige samenstelling van de inkomensverdeling om een basisinkomen in te voeren. We kunnen plannen bedenken waar een basisinkomen ingevoerd kan worden waarbij de huidige koopkracht van burgers hetzelfde blijft. Het is wel paradoxaal dat we grote instrumenten van de overheid moeten gebruiken om de effecten van het basisinkomen te minimaliseren. Dit is nodig om te zorgen dat alle huishoudens niet opeens veel extra koopkracht hebben wat alleen maar zal leiden tot inflatie. Het grootste en meest relevante instrument wat een overheid kan gebruiken om de effecten te beperken en het basisinkomen van te betalen is de inkomstenbelasting.
Inkomensverdeling
Voordat we de inkomstenbelasting kunnen aanpassen moeten we eerst begrijpen hoe de huidige inkomens verdeeld zijn in Nederland. De laatste statistieken komen van het Centraal Bureau van Statistiek (CBS) uit 2014 van een onderzoek over ongelijkheid. Figuur 1. laat de inkomensverdeling zien van het besteedbaar inkomen, het inkomen na het betalen van de inkomstenbelasting.
Het totale besteedbaar inkomen is €264 miljard voor 7.6 miljoen huishoudens in 2014. Het gemiddelde huishouden bestaat uit 2.2 mensen. Tabel 1. laat de inkomensverdeling per huishouden zien die verdeeld is in vijf groepen met het zelfde aantal huishoudens gesorteerd van laag naar hoog besteedbaar inkomen.
Groep | Percentage van het totale inkomen | Gemiddelde inkomen huishouden in de groep | Totale inkomen in miljarden |
---|---|---|---|
Laagste inkomens | 6,6% | €11.550 | 17 |
Laag (20-40%) | 12% | €21.000 | 31 |
Mediaan (40-60%) | 16,6% | €29.050 | 44 |
Hoog (60-80%) | 23,3% | €40.775 | 62 |
Hoogste inkomens | 41,5% | €72.625 | 110 |
De laagste inkomens
De laagste inkomensgroep bestaat voornamelijk uit huishoudens met één kostwinner (figuur 2), dit bevat ook eenoudergezinnen. Verder zijn de meeste huishoudens onder de leeftijd van 65 (figuur 3). De leeftijd van het laagste gedeelte van de verdeling is jonger dan 25 jaar (figuur 4).
[/caption]
[/caption]
Het minimumloon in Nederland, na de inkomstenbelasting, is €17.284 per jaar na de inkomstenbelasting. Gezinnen met meerdere volwassen krijgen ongeveer hetzelfde bedrag als ze in de bijstand zitten. Er zijn in totaal 756.000 huishoudens die het grootste gedeelte van hun inkomen uit een uitkering krijgt (figuur 5).
Andere overheidsinvloeden op de distributie
We hebben al een soort basisinkomen in Nederland, namelijk het AOW, voor mensen die ouder zijn dan 67 jaar. Met de kanttekening dat je waarschijnlijk ontslagen wordt wanneer je de leeftijd bereikt hebt, en dat de hoogte van de toelage afhankelijk is van hoelang je in Nederland hebt gewoond. Er zijn in totaal 3.3 miljoen mensen die een AOW krijgen en er zijn totaal 1.9 miljoen huishoudens die pensioenen als hun voornamelijke bron van inkomsten hebben (figuur 6). De toelage is meestal iets lager dan de bijstand. Het inkomen voor deze huishoudens is vrijwel altijd aangevuld uit geld belegd in pensioenfondsen. Participatie in een pensioenfonds is verplicht als je in loondienst werkt.
In totaal zijn er rond de 5 miljoen mensen die een soort van toelage van de overheid krijgen. Deze data bevat niet de mensen die alleen huurtoeslag of zorgtoeslag krijgen.
Huishoudens met vooral inkomen van werk
In figuur 7, zien we dat er 3.7 miljoen huishoudens zijn die vooral inkomen uit loon krijgen. Figuur 8, laat zien dat 829.000 huishoudens hun inkomen vooral uit winst krijgen (e.g., van een eigen bedrijf). We zien dat vooral de huishoudens met hogere inkomsten uit tweeverdieners bestaat (figuur 9).
Huisenbezit
Vooral de lagere inkomens huren hun woning (figuur 10) en het aandeel van huizenbezit neemt toe als de inkomens hoger worden (figuur 11).
Samenvatting
In tabel 2 zien we uit welke bron de huishoudens voornamelijk hun inkomen halen. De huishoudens die voornamelijk hun inkomen uit werk en winst krijgen zijn de belangrijkste groep voor de inkomstenbelasting die de overheid kan innen.
Inkomen voornamelijk uit | Percentage van huishoudens |
---|---|
Werk | 52% |
Winst | 12% |
Pensioen | 26% |
Uitkering | 11% |
Wie krijgt het basisinkomen?
Voor dit experiment zetten we de hoogte van het basisinkomen hetzelfde als de huidige hoogte van de bijstand (tabel 3). Dat is €17.284 voor gezinnen en €11.905 voor huishoudens met 1 kostwinner (1 volwassenen) belastingvrij. Bij de meeste berekeningen voor een basisinkomen wordt geen rekening gehouden met de samenstelling van de huishoudens. Dit is echter niet eerlijk omdat het leven simpelweg duurder is wanneer je alleen leeft. Als je alleen leeft is het lastig rondkomen voor €1000 per maand. Echter als je met twee volwassenen €2000 per maand inkomen krijgt zit je al ver boven de armoedegrens en hoef je bijna niet meer te werken voor een goed leven. Realistisch gezien moeten we dus rekening houden met de grote van een huishouden net zoals we dat doen voor andere uitkeringen.
Huishoudens met 1 kostwinner | €11.905 |
Huishoudens met meerder kostwinners | €17.284 |
Verder, moeten we beslissen of we het basisinkomen willen geven waar de hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar oud is. Er zijn 339.000 huishoudens in deze groep waarvoor een basisinkomen een hele grote verbeteringen geeft voor hun inkomen. Omdat er 865.950 studenten in Nederland zijn tussen de leeftijd van 18 en 25 jaar is het zeer waarschijnlijk dat de meeste van deze huishoudens uit studenten bestaat. Omdat we in dit plan zoveel mogelijk van de inkomstenverdeling gelijk willen houden, en het feit dat studenten geen financiële hulp nodig hebben omdat ze geld kunnen lenen, heb ik besloten om de minimumleeftijd om een basisinkomen te krijgen op 25 jaar te zetten.
Er is ook een keuze of we het huidige AOW systeem willen vervangen met het basisinkomen. Omdat er toch wat onzekerheid heerst of het basisinkomen blijft bestaan en we het eventueel zouden willen kunnen terugdraaien zetten we de maximale leeftijd waarin je het basisinkomen krijgt op 67 jaar en houden we het huidige pensioenstelsel in stand.
Kosten van een basisinkomen
Hoevel huishoudens krijgen dan een basisinkomen in dit plan? 5.067.000. In tabel 4 staat hoeveel huishoudens er zijn en hoeveel de totale kosten zijn.
Soort huishouden | Aantal huishoudens | Kosten van een basisinkomen |
---|---|---|
1 kostwinner | 1.599.000 | €19.033.963.000 |
meerdere kostwinner | 3.475.000 | €60.064.996.000 | Totaal | 5.067.000 | €79.098.958.000 |
Kanttekening
Deze 79 miljard is alleen de kosten van het uitkeren van het basisinkomen en houd geen rekening met lagere opbrengsten in belastingen als mensen minder gaan werken. Er is weinig wat we weten over hoeveel mensen gaan stoppen met werken als er een basisinkomen is. Er zijn wel schattingen dat er gemiddeld 20% minder uren gewerkt zullen worden. Echter is dat ook te sturen met hoeveel werken wordt aangespoord (financieel en cultureel). Verder, kunnen de financieele effecten gebalanceerd worden bij de grote groep mensen die nu vast zit in een uitkering en nu mobieler wordt op de arbeidsmarkt. Er is ook potentie dat er een groei komt in de economie omdat huishoudens met een lagere inkomen meer koopkracht krijgen en deze huishoudens over het algemeen sneller hun geld uitgeven dan huishoudens met een hoger inkomen. Daarom houden we geen rekening met de potentiële verlaging van de opbrengsten van de overheid in de berekeningen in dit plan.
Huidige inkomstenbelasting
De huidige inkomstenbelasting in Nederland voor 2018 staat in tabel 5.
Belastingschijf | Inkomen | Percentage belasting |
---|---|---|
Eerste schijf | Tot €20.142 | 36,55% |
Tweede schijf | Tot €33.994 | 40,85% |
Derde schijf | Tot €68.507 | 40,85% |
Vierde schijf | Van €68.507 | 51,95% |
Met aftrekposten de belastingdruk is lager dan de tarieven in tabel 5 suggereren. Helemaal voor mensen die werken als zelfstandigen.
Om accurate berekeningen te kunnen doen gebruiken we de resultaten van deze online tool als basis. Deze waarden staan in de kolom “Tax before UBI” in deze spreadsheet. We gaan ervan uit dat de inkomstenbelasting hetzelfde is voor alle huishoudens en er geen verschil zit in hoeveel kostwinners er zijn, in het echt zitten hier wel kleine verschillen in. Tabel 6. laat zien hoeveel inkomstenbelasting er nu betaald zou worden voor verschillen inkomens.
Inkomen | Inkomstenbelasting | Besteedbaarinkomen |
---|---|---|
€6.000 | €0 | €6,000 |
€20.000 | €1.919 | €18.081 |
€30.000 | €6.321 | €23.679 |
€40.000 | €11.116 | €28.884 |
€75,000 | €28,722 | €46,278 |
Een nieuwe inkomstenbelastingschijf van 72%
Wat gebeurt er als we het basisinkomen invoeren en de inkomstenbelasting schijven veranderen van vier naar twee schijfen met een nieuwe schijf van 72%? Het nieuwe voorgestelde schijven systeem staat in tabel 7 en zou alleen toegepast moeten worden op mensen die in huishoudens zitten welke het basisinkomen krijgen.
Belastingschijf | Inkomen | Percentage belasting |
---|---|---|
Eerste schijf | Tot €45.000 | 72% |
Tweede schijf | Van €45.000 | 51,95% |
Wat zou er gebeuren met de inkomens van verschillende huishoudens? Laten we dit bereken voor verschillende scenario’s met fictieve personen:
Tragische Jan
Jan is 54 jaar oud en leeft alleen and door verschillende omstandigheden heeft hij een bijstanduitkering voor 10 jaar en weinig ambitie om ooit weer te gaan werken. Hij onderwerpt zich wel aan de sollicitatieplicht en stuurt elke week een aantal sollicitatiebrieven. Omdat hij er weinig moeite voor doet zal hij waarschijnlijk nooit hiermee aangenomen worden voor een baan.
Met een basisinkomen krijgt Jan hetzelfde besteedbaar inkomen maar hij kan stoppen met het sturen van sollicitatiebrieven. Er is een kans dat de samenleving hem kan overtuigen om toch een aantal uur per week te werken om zijn inkomen te verhogen. Hij kan nu met een part-time baan toch significant meer inkomen krijgen.
Bob Bouwer
Bob heeft een gezin en zijn vrouw heeft geen baan maar zorgt voor de twee kinderen. Bob heeft niet een hoog IQ maar hij heeft altijd hard gewerkt, een ambacht geleerd en een voltijd baan op minimumloon bemachtigd. Hun besteedbaar inkomen is laag en ze hebben veel moeite om financieel rond te komen.
Met een basisinkomen besluit Bob om niet minder uren te gaan werken omdat hij zijn werk leuk vind. Met de nieuwe inkomstenbelasting betaald hij 72% van zijn inkomen €13.633. In totaal heeft zijn huishouden €22.587 per jaar (basisinkomen + loon) wat significant hoger is dan voor een basisinkomen.
Oliver en Jasmine
Dit jonge stel is hoogopgeleid en ze hebben geen kinderen. Ze houden van reizen en wonen in een mooi huis. Ze werken beide 32 uur per week en Oliver verdient iets meer dan Jasimine. Totaal verdienen ze €40.000 wat resulteert in €29.000 besteedbaar inkomen. Ze hebben nooit financiële problemen gekend in hun leven.
Omdat ze geen stap terug willen doen in hun huidige uitgavenspatroon blijven ze evenveel uur werken onder een basisinkomen. Nu is de €40.000 belast voor €28.800. Hun totale inkomen wordt €28,484 wat gelijk is als voor een basisinkomen.
David de directuur
David is 52 jaar en heeft een hoge functie in een redelijk groot bedrijf. Zijn salaris is €90.000. Hij heeft een gezien en zijn vrouw verdiend extra inkomen van €25.000 met met een bedrijf aan huis. Hun totale besteedbaar inkomen is €67.940.
Met dit plan voor een basisinkomen de eerste €45.000 is belast voor €32.400 de andere €70.000 is belast met 51.95% voor €36.365. Hun besteedbaar inkomen met een basisinkomen wordt €63.519, iets lager maar nog steeds vergelijkbaar als voor een basisinkomen.
Ongelukkige Jim
Jim is vrijgezel en nooit getrouwd geweest met een baan waar hij €40.000 mee verdient, €28.884 na belasting.
Met dit plan is Jim een ongewilde verliezer omdat hij belast wordt met hetzelfde tarief als huishoudens met meerdere kostwinners maar het basisinkomen krijgt van een huishouden van 1 kostwinner. Dit resulteert in een besteedbaar inkomen van €23,105 wat veel lager is dan dat van Oliver en Jasmine.
Om dit effect te compenseren maken we een nieuwe aftrekpost oplopend tot €10.000 voor huishoudens met een kostwinner welke meer dan €17,000 verdienen. Zulke compensatieregelingen zijn een voorbeeld van hoe een overheid verschillende groepen moet balanceren om te zorgen dat er geen ongewilde effecten zijn. In het echt zou dit in een politiek proces moeten gebeuren en het kan hele andere vormen aannemen.
Echter, zelfs met deze aftrekpost kiest Jim ervoor om minder uren te gaan werken en deze te besteden aan een nieuwe opleiding. Zijn salaris is verminderend tot €20.000 en zijn besteedbaar inkomen wordt €22.884.
Terug naar de statistieken, welke huishoudens worden er beter van?
We zagen dat de enige huishouden die er beter op wordt die van Bob is en dat het verder redelijk gelijk bleef. Echter we zien dat alle huishoudens met een inkomen van €36.000 er op vooruit gaan in hun besteedbare inkomen. Het lijkt politiek haalbaar om de inkomens van de huishoudens met een lage inkomen die werken iets te verhogen en dit te betalen om de inkomens van huishoudens met een hogere inkomens iets te verlagen.
Ok, mooi maar hoeveel kost het? Tijd voor wat berekeningen
Om deze vraag te beantwoorden gaan we terug naar de inkomensverdeling. We moeten een aantal schattingen maken over de data, eerst moeten we bepalen hoeveel huishoudens hun inkomen van werk krijgen en we dus kunnen belasten. We gebruiken hiervoor de volgende formule:
Percentage wie inkomstenbelasting betaald = (Huishoudens met inkomen vooral van werk + Huishoudens met inkomen vooral van winst) / (Totaal aantal huishoudens – Huishoudens met inkomen vooral uit pensioen).
We gaan ervan uit dat de percentages hetzelfde zijn voor onze sub set van de distributie die een basisinkomen krijgt.
Verder moeten we weten hoeveel huishoudens bestaan uit 1 kostwinner. Om dit te bepalen hebben we alle waardes opgeteld in de volledige distributie en deze percentages gebruiken we voor de verschillende inkomens. Het is waarschijnlijk dat de percentages iets hoger liggen dan normaal omdat de groep waar de hoofdkostwinner jonger is dan 25 waarschijnlijk uit 1 kostwinner bestaat.
We combineren de kosten voor de huishoudens welke een basisinkomen krijgen met de inkomensverdeling van het besteedbaar inkomen. Om dit te kunnen doen pakken we de mediaan van het besteedbaar inkomen en bepalen we hoeveel inkomen ze gehad hebben voor de belasting en hoeveel ze belast kunnen worden onder een basisinkomen systeem. Daarna berekenen hoeveel het kost met de verschillende soorten huishoudens (1 kostwinner tegen meerdere kostwinners) en we vergelijken het met de huidige inkomstenbelasting. De volledige berekening kan je vinden in deze spreadsheet. Tabel 8 laat het resultaat zien hoeveel het kost voor verschillende inkomens, we maken verschil of er gewerkt wordt in het huishouden en het soort van het huishouden. Het resultaat is dat een basisinkomen minder dan 10 miljard kost na de inkomstenbelasting.
Inkomen | Kosten 1 kostwinner met werk (in miljoenen) | Kosten meerdere kostwinners met werk (in miljoenen) | Kosten 1 kostwinner zonder werk (in miljoenen) | Kosten meerdere kostwinners zonder werk (in miljoenen) | Totale kosten (in miljoenen) |
---|---|---|---|---|---|
€0-€2.000 | €124M | €27 | €105M | €22M | €280M |
€2.000-€4.000 | €86M | €14M | €164M | €25M | €289M |
€4.000-€6.000 | €116M | €30M | €162M | €37M | €346M |
€6.000-€8.000 | €169M | €59M | €135M | €38M | €404M | €8.000-€10.000 | €168M | €69M | €208M | €64M | €512M | €10.000-€12.000 | €170M | €67M | €563M | €144M | €946M |
€12.000-€14.000 | €187M | €74M | €1.415M | €288M | €1.965M |
€14.000-€16.000 | €120M | €85M | €969M | €222M | €1.398M |
€16.000-€18.000 | €402M | €143M | €638M | €224M | €1.408M |
€18.000-€20.000 | €295M | €229M | €598M | €393M | €1.517M |
€20.000-€22.000 | €152M | €267M | €402M | €473M | €1.296M |
€22.000-€24.000 | €109M | €246M | €223M | €400M | €979M |
€24.000-€26.000 | €22M | €166M | €140M | €336M | €667M |
€26.000-€28.000 | -€38M | €57M | €89M | €271M | €380M |
€28.000-€30.000 | -€80M | -€188M | €75M | €276M | €83M |
€30.000-€32.000 | -€75M | -€217M | €41M | €191M | -€59M |
€32.000-€34.000 | -€66M | -€238M | €26M | €160M | -€118M |
€34.000-€36.000 | -€45M | -€256M | €12M | €115M | -€172M |
€36.000-€38.000 | -€44M | -€298M | €9M | €103M | -€229M |
€38.000-€40.000 | -€34M | -€323M | €6M | €91M | -€259M |
€40.000-€42.000 | -€34M | -€329M | €4M | €75M | -€283M |
€42.000-€44.000 | -€24M | -€331M | €2M | €62M | -€290M |
Hoe kunnen we de kosten betalen die over zijn?
Een groot deel van de kosten van een basisinkomen komt van mensen die op dit moment een uitkering hebben. We gaan er van uit dat 90% van de huishoudens die momenteel een uitkering krijgen in onze selectie zitten. Verder schatten we dat het huidige basisinkomen gemiddeld 80% van het totale bedrag is wat uitgekeerd wordt (Mensen met een handicap krijgen bijvoorbeeld een hogere uitkering en dit is lastig te generaliseren). Het resultaat is dat we de kosten van de uitkeringen kunnen aftrekken voor de huishoudend zodat ze hetzelfde over houden als voor het basisinkomen (tabel 9). Hiervoor gebruiken we deze data voor de kosten van de uitkeringen.
Uitkerningen | Totale kosten | Kosten van de groep die een basisinkomen krijgt | Geld bespaard met een basisinkomen |
---|---|---|---|
WWB | €6.115 miljoen | €5503 miljoen | €4.402 miljoen |
WIA | €4.512 miljoen | €4060 miljoen | €3.248 miljoen |
Wajong | €3.163 miljoen | €2846 miljoen | €2.276 miljoen |
WAO | €4.299 miljoen | €3869 miljoen | €3.095 miljoen |
WAZO | €1.135 miljoen | €1021 miljoen | €816 miljoen |
Total | €19.224 miljoen | €17.301 miljoen | €13.841 miljoen |
De kosten van een basisinkomen zijn dus gedekt met de besparingen van de uitkeringen in combinatie met een hogere inkomstenbelasting. We hebben zelfs rond de 4 miljard over wat we kunnen gebruiken als buffer als er toch meer mensen stoppen met werken dan we denken.
Nieuwe inkomensverdeling
Met de berekeningen en de kosten van een basisinkomen kunnen we bepalen hoe de inkomensverdeling eruit komt te zien van de huishoudens die een basisinkomen krijgen. Tabel 10. laat zien dat het resultaat verbetert voor de lage inkomens maar dat de inkomensverschillen redelijk gelijk zijn als die van tabel 1. Dit zou het basisinkomen politiek haalbaar moeten maken waarbij recht en links samen kunnen komen.
Groep | Aantal huishoudens | Percentage van totale inkomen | Gemiddelde inkomen van huishouden | Totaal inkomen in miljarden |
---|---|---|---|---|
Laagste inkomens | 873.000 | 7% | €15,227 | 13 |
Laag | 1.163.000 | 15% | €23,037 | 26 |
Mediaan | 974.000 | 17% | €31,726 | 30 |
Hoog | 976.000 | 23% | €42,910 | 41 |
Hoogste inkomens | 1.088.000 | 39% | €64,294 | 69 |
Totaal | 5.074.000 | 100% | €36,031 | 182 |
Conclusie
Dit artikel laat zien dat het mogelijk is een basisinkomen te implementeren zonder dat drastische veranderingen in de inkomensverdeling nodig zijn. Ik hoop dat dit soort experimenten kan bijdragen om de discussie te verplaatsen van ideologische domein naar een meer concrete implementatie fase. Verder zou het artikel nuttig kunnen zijn als tegenargument voor mensen die denken dat het basisinkomen teveel kost om ooit politiek haalbaar te zijn. Als we rekening houden met de samenstelling van de huishoudens, en het basisinkomen beperken tot mensen tussen de 25 en 67 jaar, met nieuwe inkomstenbelasting schijven, dan kunnen we het makkelijk bekostigen zonder al te veel problemen. Het idee van een basisinkomen verdient dus meer overweging voordat het afgedankt wordt vooral omdat het het leven van een significante aantal huishoudens kan verbeteren die nu vast zitten in de welvaarstval.
Slotwoord
Bedankt voor het lezen van het artikel en ik ben benieuwd wat je ervan denkt (je mag hier voor de comment gebruiken). Ook tegenargumenten voor het basisinkomen zijn welkom. Als je het artikel leuk vind zou ik het waarderen als je het een like geeft of deelt op social media. Als je het een heel goed artikel vond kan je overwegen om mijn onafhankelijke blog financieel te ondersteunen door een patron te worden of via een directe donatie.
2 Comments
Anonymous · August 12, 2018 at 6:47 pm
Interessante exercitie.
De moeite waard om te delen met andere rekenaars aan basisinkomen.
robin ketelaars · August 14, 2018 at 6:35 am
jammer dat het niet aan de 4 criteria voldoet (indivudueel, geen toets, geen tegenprestatie en hoog genoeg) en er een hoop controle en regelingen nodig zijn om dit geheel te onderhouden
https://basisinkomen.net/obi/de-4-criteria-voor-een-onvoorwaardelijk-basisinkomen/
ZIe http://basisinkomenvoordummies.nl (loonbelasting helemaal afgeschaft! sowieso onzin om belasting te heffen op zaken die je wilt die wel gedaan moeten worden. beter is belasting heffen op consumptie, grondstoffen en financiele transacties)